Betalingsachterstand aan een pensioenfonds? Melding betalingsonmacht kan onder voorwaarden achterwege worden gelaten
De Hoge Raad heeft zich de laatste jaren regelmatig uitgelaten over de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders bij achterstallige premies aan een verplicht gesteld pensioenfonds. Een belangrijk arrest hierover van de Hoge Raad dateert van 24 december 2021 (ECLI:NL:2021:1976). Het arrest is nog steeds relevant, gelet op de recente toename van faillissementen. Ondernemers hebben bijvoorbeeld betalingsregelingen gesloten met de Belastingdienst en het pensioenfonds die ze niet meer kunnen nakomen, en gaan nu (jaren na corona) alsnog failliet.
Wat houdt de meldingsregeling van betalingsonmacht in?
Artikel 23 wet Bpf 2000 regelt de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders voor de bijdragen die het betreffende bedrijf verschuldigd is aan het pensioenfonds. De regeling houdt het volgende in. De rechtspersoon doet vrijwel direct nadat is gebleken dat hij niet tot betaling in staat is, daarvan mededeling (hierna: de ‘melding van betalingsonmacht’) aan het pensioenfonds en verstrekt indien dit wordt gevraagd nadere inlichtingen en stukken.
Als de rechtspersoon op juiste wijze aan deze verplichting heeft voldaan, is een bestuurder alleen in privé aansprakelijk indien aannemelijk is dat het niet-betalen van de bijdragen het gevolg is van aan hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur in de periode van drie jaar voorafgaande aan het tijdstip van de mededeling. Indien het bedrijf niet aan deze verplichting heeft voldaan, wordt vermoed dat het niet-betalen van de bijdragen te wijten is aan de bestuurder en dient hij vervolgens aannemelijk te maken dat het niet aan hem te wijten is dat het bedrijf niet aan deze verplichting heeft voldaan.
Vooral dit laatste blijkt in de praktijk erg lastig, zodat als is komen vast te staan dat de bestuurder geen tijdige melding heeft gedaan van betalingsonmacht, al snel wordt aangenomen dat de bestuurder hiervoor (in privé) aansprakelijk is.
Waarom moet er melding van betalingsonmacht worden gedaan?
De meldingsregeling is er om ervoor te zorgen dat het pensioenfonds vroegtijdig op de hoogte raakt van de moeilijkheden waarin het betreffende bedrijf zich bevindt, zodat het eventueel nadere inlichten en stukken kan opvragen bij het bedrijf en in staat is zich te beraden op de opstelling die het ten aanzien van het bedrijf zal innemen.
Wanneer kan een melding volgens de Hoge Raad achterwege blijven?
Een melding van betalingsonmacht kan achterwege blijven indien het pensioenfonds:
(1 – tijdig op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en,
(2 – van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en
(3 – deze wetenschap dusdanig is dat het bedrijfstakpensioenfonds op basis daarvan in staat is zich een redelijk oordeel te vormen over de oorzaken van de betalingsonmacht en zich te beraden op de opstelling die het ten aanzien van de rechtspersoon zal innemen.
Indien tijdig een melding van betalingsonmacht is gedaan dan wel bij het pensioenfonds de wetenschap aanwezig is als hierboven bedoeld, behoeft ook voor volgende tijdvakken geen melding van betalingsonmacht te worden gedaan zolang nog sprake is van een betalingsachterstand, tenzij het pensioenfonds het bedrijf na ontvangst van een betaling schriftelijk laat weten de betalingsonmacht niet langer aanwezig te achten.
Deze uitspraak is van groot belang voor de juridische praktijk
De Hoge Raad maakt namelijk duidelijk dat een melding van betalingsonmacht niet altijd vereist is. Toch adviseren wij een bestuurder om betalingsonmacht nog steeds (actief) te melden. De Hoge Raad stelt namelijk wel nog steeds bepaalde eisen (onder 1 t/m 3 hierboven) aan de situatie waarin geen actieve melding van betalingsonmacht nodig is. Het pensioenfonds moet namelijk tijdig op een andere manier op de hoogte zijn gekomen van de betalingsonmacht van de rechtspersoon én de omstandigheden die daartoe hebben geleid.
Meer weten?
Een bestuurder kan zelfs na faillissement in privé nog geconfronteerd worden met een vordering van het pensioenfonds voor achterstallige pensioenpremies van de failliete vennootschap. Als u als bestuurder aansprakelijk wordt gehouden door het pensioenfonds omdat u geen melding heeft gemaakt van betalingsonmacht, onderzoek dan ook of het pensioenfonds niet op andere wijze al op de hoogte was geraakt van de betalingsonmacht. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Lodewijk Leijendekker of Frank Penders.